Steyn de Leeuwe maakt liefdevol theater over de tijd dat hij in de psychiatrie werkte
De Leeuwe zet in korte scènes zijn patiënten stevig neer. Zoals Annie met haar zeven vissen en de immer geagiteerde Johan.
Acteur Steyn de Leeuwe ging tijdens de coronapandemie noodgedwongen op zoek naar ander werk. Hij vond een baan in de zorg en kwam te werken met psychiatrische patiënten. Na een jaar begon hij met het opschrijven van zijn ervaringen en daarvan maakte hij een theatersolo: Tofu Cowboy. De voorstelling speelde afgelopen zomer exact één keer, maar afgelopen zaterdag was de herstart in het lunchtheater in het Amsterdamse Bellevue.
De Leeuwe (hij speelde eerder in Het Pauperparadijs en de tv-serie Dokter Tinus) blijkt een beweeglijk performer, die met deze persoonlijk vorm van montagetheater behalve zichzelf ook een paar van zijn patiënten in het volle licht plaatst. Annie bijvoorbeeld, met haar zeven vissen en vele angsten, de immer geagiteerde Johan en de onzekere Willem.
Hij zet al die mensen in korte scènes behoorlijk stevig neer, meestal in dialoog met zichzelf. Tussendoor zingt hij rappende jazz en jazzy raps (composities: Stathis Elio) met mooie, poëtische teksten. Het zijn liefdevolle portretjes van mensen die in de war zijn, maar wie is dat af en toe niet? Dat is een beetje zijn boodschap.
Gaandeweg sluipt hij zelf steeds vaker in zijn voorstelling: dan gaat het over zijn eigen onzekerheden en twijfels, zowel in het vak van acteur als in de rol van vader en zoon. Red ik het allemaal, word ik gezien? In zijn eigen gevoelsleven is hij een koorddanser, altijd op zoek naar balans tussen dapper en bang. ‘Je bent niet goed genoeg’, dat heeft hij misschien net iets te vaak gehoord.
Steyn de Leeuwe heeft een enorme energie, apenkooit over het podium en zet een behoorlijke stem op; iets meer verstilling zou Tofu Cowboy wat meer rust hebben gegeven, maar dat is het enige minpuntje. Aan het slot verschijnt de cowboy uit de titel ook nog ten tonele, in een vervreemdende epiloog.
Hein Janssen
Bron: Volkskrant